1985-1990
Het prille begin
The kick-off
1990-1995
Het keerpunt
The turning point
1995-2000
De doorbraak
The break-through
2000-2005
Internationaal
International
2005-2010
De rijping
The maturation
2010-2015
De volgroeiing
Reaching maturity
2015-2020
De bewustwording
The awakening
1990 - 1995 HET KEERPUNT - THE TURNING POINT
Paul Berckx
Ere-Administrateur Generaal en gewezen Secretaris Generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Uit toespraak bij de opening van de tentoonstelling Frans Peerlings in Galerie Bauwens te Bornem op 25 september 1992
DE DROOMWERELD VAN FRANS PEERLINGS.
We citeren:
“Herinnert U zich nog die zalig- warme julidagen waar U, ontspannen, languit-liggend in het malse weidegras, met de handen achter het hoofd, de ellebogen ver uit elkaar uitgestrekt en met een grassprietje tussen de tanden, gewoonweg en rustig, momenten lang, naar de wilde, witgrijze cumuluswolken in de blauwe hemel lag te turen om er allerlei beelden, vormen en figuren in te ontdekken , en er te liggen genieten van uw eigen fantasie als de droom-realiteit van uw eigen onuitgesproken en onbewuste verlangens en gevoelens.
Weet u nog hoe U diezelfde droomwereld kon opwekken door strak voor U uit te staren in de kronkelende, likkende, dwarrelende vlammen van uw openhaard vuur en er de meest fascinerende vormen en beelden in meende te zien verschijnen als zovele fantasierijke voorstellingen van uw onbewuste of ondergedrukte gevoelens en verlangens? Het zijn zovele uitingen van genot, voldoening en rust waarnaar uw onderbewust leven U drijft tot hogere, rustige zelfbevrediging. Van zodra U uit deze fascinerende droomwereld uitstapt, stort U zich weer in de naakte realiteit van wolken en vlammen, zonder meer!
Dit zalig en ontspannen gevoel beleeft U ook wanneer U voor ieder kunstwerk van Frans Peerlings, diezelfde overgave aan het onderbewuste wil opbrengen en diezelfde droomwereld in U laat opborrelen. U valt dan van de ene ontdekking in de andere. De lijnen, vormen en kleuren combineren ook in U dan ongekende, onbewust opkomende gevoelens en voorstellingen van dieren, slakken, slangen, vogels, honden, planten, bloemen, mannen, vrouwen, mythologische voorstellingen en voorwerpen.
De stijl van Frans Peerlings is niet terug te brengen tot één bepaalde kunstrichting. Hij is géén abstract schilder, géén impressionist, géén expressionist, géén realist, géén figuratief schilder. Hij is wellicht alles samen.
Frans Peerlings zegt van hemzelf dat de vormstructuren van Geo Sempels hem onbewust aangezet hebben tot het tekenen van cirkels, willekeurig en direct op het doek geschilderd zonder enig motief voor ogen. In tegenstelling tot Geo Sempels, die vanuit een indruk, een idee, zijn structuren en zijn kleurencomposities opbouwt, vertrek Frans Peerlings zonder thema, zonder motief, maar enkel van zijn ondefinieerbaar onderbewustzijn. De aanloop is steeds een paar perfect getekende cirkels die geleidelijk, vanuit het onderbewuste, uitgebouwd worden met sierlijke kronkelende lijnen, ovalen, driehoeken of eenvoudige rechte lijnen. Uit dit deel van lijnenspelletjes groeit de uitbeelding van figuren, dieren, planten, bloemen, voorwerpen, vrouwen- en mannenhoofden of beelden die sierlijk in- en door elkaar vloeiend, tot een geheel ontluiken waarbij penseellijnen en kleurenstippen en kleurenvlekken in zachte pasteltinten, uitgroeien tot een boeiend, aangrijpend, fascinerend geheel van figuren, afbeeldingen en vormen. Zelf weet hij nooit waarheen hij wil gaan, noch wat hij wil uitbeelden. Zijn werk blijft steeds voor hem een verrassing : een droom die realiteit wordt.
Hij vertrekt dus niet zoals Geo Sempels vanuit een gecomposeerde achtergrond die de hoofd- of moederkleur is van het thema dat wordt uitgebeeld vanuit de opgevangen emoties of indrukken uit een bepaald feit of gebeuren. Frans Peerlings daarentegen vertrekt zomaar, het onbewuste leidt hem dan verder, met de kleuren, tot nieuwe vormen en beelden. Peerlings’ schilderwerken zijn als foto’s van zijn onbewuste, als uitingen van vrije associaties, en, zijn een vorm van psychoanalyse. In dit proces wordt hij van “abstract” gebracht tot “figuratief”. De inkleuring van de eerste lijnvormen, en van de achtergrond nadien, is dan weer een impressionistische structuurvorm waardoor het geheel een eigen stijl krijgt die men nergens in de schilderkunst op die manier kan ontdekken.
Een andere invloed onderging Frans Peerlings ook van de in 1989 overleden Bonheidense beeldhouwer-schilder, Staf Gillé. Getuige hiervan zijn O.M. vier werken van Frans Peerlings en die verwijzen naar de geloofsbelijdenis van Gillé : “Nooit meer oorlog”, “De geboorte en de dood”, “De Witte Vlag” en “De geest leeft voort”… Vier schilderijen die een “in memoriam” aan Staf Gillé vormen. En die uiteindelijk belandden in de Staf Gillé-gang van één van de grootste firma’s van de veiling van St-Katelijne-Waver.
Frans Peerlings is, gesterkt door deze invloeden (NL. de “ovalen “ van Geo Sempels, de kleurenvlekken der impressionisten en de filosofie van Staf Gillé) definitief zijn eigen weg ingegaan en heeft zijn eigen stijl en inhoud meesterlijk uitgebouwd tot een originele, fijngevoelige, kleurrijke realisatie van het onbewuste.
Peerlings’ kunststijl is niet gemakkelijk, maar zijn stijl is boeiend, fascinerend, aangrijpend, en dan niet alleen voor diegene die het werk onbevooroordeeld bekijkt, maar ook voor de schilder zelf, omdat het ook voor hem ongrijpbaar lijkt, en onbewust van uit zijn eigen visie overvloeit in beelden, vormen, figuren en dingen die speels, subtiel in- en door elkaar vloeien tot een geheimzinnig geheel waarop men niet uitgekeken geraakt zolang men de onbewuste droom verder laat leven. Terugkerend tot het bewuste verdwijnt weer het speelse figuratieve en valt men terug in de realiteit van cirkels, lijnen, driehoeken, ovalen en kleurenvlekken.
De ondertekening van zijn werken met “FRAPEE” is al even tot de verbeelding sprekende schildersschuilnaam geboren uit een ineenvloeiïng van de lettertekens “FRA”, uit zijn voornaam Frans, en “PEE” uit zijn achternaam Peerlings.
Rob Goswin, dichter en kunstcriticus.
FRANS PEERLINGS, DE SCHILDER VAN HET FACINERENDE ONBEWUSTE ALS CREATIEVE INSPIRATIEBRON VOOR HET PERFECTE EVENWICHT.
Om het dwangmatig element dat Frans Peerlings telkens weer opnieuw voor zijn schildersezel doet plaatsnemen, te omschrijven, en dat grotendeels ook zijn manier van werken bepaalt, ben ik uiteindelijk “het licht” gaan zoeken in het essay “Magie en emotie” van Jean-Paul Sartre.
“… de emotie BESTAAT NIET als een lichamelijk verschijnsel, aangezien het lichaam niet geëmotioneerd kan zijn zolang het géén zin kan verlenen aan zijn eigen verschijnselen.
Dat is nu juist wat kunstschilder Frans Peerlings in elk “obsessioneel” schilderij probeert te bereiken. Vanuit de cirkels en andere gebogen lijnen ontwart hij langzaam maar zeker de sluier die als een vage mantel over onderbewuste drijfveren hangt. Intuïtief, bijna instinctmatig, brengt hij onafwendbare emoties tot leven; vanuit zijn schildershand vertrekken impulsen naar het doek: wanneer uiteindelijk de schemer is opgetrokken, komen vreemdsoortige creaturen, bizarre dieren, nog genetisch-te-ontwikkelen planten tot leven. Dat fijn geschakeerde; deze openbarende realiteit van wat ergens in het onderbewuste van de kunstenaar leeft, brengt de kijker tot een onthutsend perspectief ; hoe meer het oog gewoon wordt aan de perfect gedomineerde wirwar van taferelen, hoe meer het wil zien. En hoe meer het ook te zien krijgt. Op dat ogenblik voltrekt zich een zeer merkwaardig proces bij de kijker; hijzelf zal dan, onbewust, vanuit zijn (of haar) onderbewuste naar verklarende tekens gaan zoeken. Op zijn beurt begint de kijker verhalen, verborgen symbolen, vergeten archetypen op te sporen. Hij zal mee afdalen in de bijna georganiseerde emotie van de schilder. Het onbewuste wordt dan als een primaire daad van creativiteit tot leven geroepen.
In alle schilderijen van Peerlings hangt een zweem van voortdurend zoeken naar perfectie: de aanvankelijke “automatische” cirkels, lijnen, ovalen worden wetmatig en perfect compositorisch uitgewerkt. De frêle kleuren krijgen meer en meer inspraak naarmate de schilder ze tegen elkaar laat duelleren: ze mengen zichzelf op het doek en in zijn werkwijze maakt Peerlings het zich niet gemakkelijk. Weken na weken zit of staat hij, lijn na lijn, vlak na vlak aan te brengen; nadat de emoties duidelijk werden, wordt ook zijn esthetisch aureool vatbaar om de dingen tot schoonheid te verheffen. Hij vertelt inderdaad vergeten gebeurtenissen uit zijn leven; zonder het in de eerste instantie te willen, creëert hij vreemde maar authentieke verhalen. Zo worden mythes geboren. Zo worden dromen leidraden tot een kunstzinnige exploitatie van vergeten emoties, vergeten handelingen. Veel van de thema’s kunnen we mythologisch plaatsen in de loop van de geschiedenis. Bij Peerlings worden deze elementen echter als bijna therapeutische grondlagen aangeboord; hij is zich bewust van zijn onbewuste wanneer het doek uiteindelijk voltooid is. Het zich bewust zijn van zijn kunstenaarschap domineert echter zijn werk. Zo behoedt hij zichzelf om niet in herhaling te vallen; hij is genoeg estheet en realist om te sleutels kwijt te geraken die hij ons aanreikt; een nieuwe kijk en benadering van de elementen tijd en ruimte, van oneindigheid en eindigheid en van het niets-zijn. Binnen deze wereld van de fantasie liggen ook de ketens en valkuilen van het gewoon mens-zijn verborgen. Het evenwicht uitbeelden dat deze dingen met elkaar kan verzoenen, dat is wat Frans Peerlings zich tot taak heeft gesteld. Het evenwicht van een subliem estheet die er telkens weer in slaagt om door associaties op het doek, het gordijn te openen waarachter de wonderlijke wereld van vergeten dingen schuilt. Deze daad, de oppermachtige creatieve daad, is het begin en het einde en opnieuw het begin van elk scheppingsproces. Soms, als hij de omlijsting van het doek mee opneemt in het groeiproces, probeert zelfs hij daaraan te ontsnappen. Ook dan lukt hij erin om binnen het onderwerp voor verrassende entiteiten te zorgen; ook de kunstenaar is slechts een onderdeel van de ganse kosmos.
Alleen echter weet hij, beter en meer of er ergens nog ander leven is. Peerlings is een sublieme poëet van het penseel, een dwangmatige zoeker naar de meest absolute schoonheid, zelfs als dat uit het onbewuste komt.
Uit : IMAGO juni 94
Rob Goswin, poet and art critic
FRANS PEERLINGS, THE PAINTER OF THE FASCINATING UNCONSCIOUS AS A CREATIVE SOURCE OF INSPIRATION FOR THE PERFECT BALANCE
In order to describe the compulsive element that again and again makes Frans Peerlings take a seat in front of his easel, and which also mainly determines his way of working, I finally saw ‘the light’ in the essay “Magic and emotion” by Jean-Paul Sartre.
“… the emotion DOES NOT EXIST as a physical phenomenon, since the body cannot feel emotions as long as it cannot render sense to its own phenomenon.”
That is in fact what the painter Frans Peerlings tries to achieve in each ‘compulsive’ painting. From the circles and bended lines, he unravels slowly but surely the veil, hanging over subconscious motives as a vague cloak. Intuitively, almost instinctively, he brings inevitable emotions to life. From his painter’s hand, impulses move to the canvas. When the shimmer finally fades away, strange creatures, bizarre animals and plants that are still to be genetically developed, come to life. That nicely chequered, this revealing reality of something that lives somewhere in the subconscious of the artist, brings the spectator to a bewildered perspective. The more the eye gets used to the perfectly dominated jumble of scenes, the more it wants to see. And the more it gets to see. At that moment, a very strange process takes place within the spectator: he himself will then, unconsciously, from his (or her) subconscious look for explaining signs. On the other hand, the spectator will track stories, hidden symbols, and forgotten archetypes. He will then go down into the painter’s almost organised emotion. The unconscious is then brought to life as a primary act of creativity.
In all Peerlings’ paintings, there is a touch of continuously seeking for perfection: the originally ‘automatic’ circles, lines, ellipses are systematically and perfectly compositionally developed. The brittle colours are increasingly involved as the painter lets them duel with one another: they blend into each other on the canvas by themselves and in his way of working, Peerlings doesn’t make it easier on himself. Week after week he sits or stands and applies line after line, piece after piece; when the emotions have become clear, his aesthetic halo becomes susceptible to uplift the things to beauty. Indeed, he tells forgotten events of his life; without wanting it in the first place, he creates strange but authentic stories. That is how myths are born. That is how dreams become a guide to an artistic exploitation of forgotten emotions, forgotten actions. We can mythologically situate many of his themes in history. In Peerlings’ work, however, these elements are struck as almost therapeutical layers of soil; he is aware of his unconscious when the painting is finally finished. However, the fact that he is aware of his own artistic skills, dominates his work. That way, he keeps himself from repeating himself; he is enough an aesthete and a realist to loose the keys that he offers us; a new view and approach of the elements time and space, of the infinity and finiteness and of the being nothing. Within this world of imagination, the chains and traps of the normal human-being are also hidden. Frans Peerlings set the task to himself to portray the balance that reconciles these things with each other. The balance of an august aesthete, who again and again manages to open the curtain by means of associations on the canvas,
behind which the wonderful world of forgotten things is hidden. This act, the supreme, creative act, is the beginning and the end and again the beginning of each creative process. Sometimes, when he includes the frame of the canvas in the growth process, even he himself tries to escape from that. Even then, he manages to create surprising entities within the subject; also the artist is one part of the entire cosmos.
However, he alone knows better whether there is another life somewhere else. Peerlings is a wonderful poet of the brush, a compulsive seeker of the most absolute beauty, even when that comes from the unconscious.
Source: IMAGO, June 1994
CHE BELLO!
Today, I am convinced of the fact that Frans Peerlings definitely goes and should go his own way, that he found and developed his own style.
That is why his paintings, although they originate from and through the unconscious, have received a number of common characteristics and especially common symbols, which make them into their own entity. And we absolutely don’t mean that Frans Peerlings would repeat himself, to the contrary. The unconscious, however, in our sense, consciously and artistically predominates. The language of the painting, in which the relationship between the human being-plants-animals is continuously expressed, besides its own range of colouring, is also full of several symbols such as ‘time’, ‘key’, ‘pyramid’, etc. All those symbols refer to our starting point of tonight, which is also the starting point of Frans Peerlings within his own art of painting: the reflection of the human being in time and space on the infinity and the finiteness of things. In that reflection, Frans Peerlings found a new balance, in my opinion – and that, too, is only a reflection of LIFE itself… although he will continue seeking and although those many elements within every painting still tend to receive insufficient space in the yet large formats, in such a way even that they “want to come out of the frame”, as Frans himself expresses it.
Of course, Frans Peerlings’ work is not ‘simple’, not ‘easy’ art, which in no way means that it couldn’t ‘appeal to’ someone immediately. Yesterday, a staff member of the Council of Europe in Strasbourg sent me a copy of a book written by her father, Chairman of the Supreme Court of Milan, titled “L’UTOPIA AVVERATA”, which means, literally translated, “The utopia which became reality”. The author, Piero PAJARDI, is not only a famous jurist and professor at the University of Milan, but also a poet and philosopher. Apparently, this modern humanist also passed a part of his cultural interest to his 3 daughters. In all respects, it is true that, when I showed her the pictures of the paintings that are submitted here to your appreciation and meditation tonight, the oldest of his daughters spontaneously screamed (although she is from the North of Italy…):
“Che bello ! …” (It’s so beautiful!). I think I cannot come up with better closing words to typify Frans Peerlings’ work in two words.
From the opening speech of the exhibition Frans Peerlings in the Cultural Centre of the Flemish Community “De Zandloper” in Wemmel.
15th of March 1991
ATELIER FRANS PEERLINGS Pakhuis 't Glorie 2000 Antwerpen-Antwerp België-Belgium.
bezoekers/visitors
©2020 FRAPEE